interview

op atelierbezoek in via Piave Sei in Liguria





Als ik op een warme zomernamiddag niet ver van de middellandse zee de uitgesleten marmeren trap van het half tegen een rots gebouwde  Palazzo in de via Piave Sei bestijg - op de eerste verdieping is één van de ateliers van Bas Teeken gevestigd - waan ik mij in vervlogen tijden. Afgebladerde muren, het geluid van krekels, veel licht en vooral geschiedenis. Alles ademt hier geschiedenis. De deuren, de muren, de geur, de klinken, het vocht, de vale kleuren. Als ik zijn atelier binnenstap vallen drie dingen mij meteen op: het weergaloze uitzicht, de complete chaos - werkelijk overal ligt of hangt wel iets - en het feit dat Teeken - die in een soort bouwvakkers beach-plunje rondloopt - niets heeft ondernomen om deze fantastische plek te renoveren en te moderniseren.  De reno-realiteit is hier niet welkom. Oude stroomkabels zitten tegen de muur gespijkerd , de verf bladert van de plafonds en twee oude deuren staan open naar het balkon. Een oud Italiaans dorp dat aan de overkant op de top van een andere rots ligt gluurt vrolijk binnen.  Paradise is here.  Of niet ?




Uw werken dragen wonderlijke titels als:  Searching,  Study of lines,   Met dank aan de Gifi,  De Tita - prostaat - tovenaar,  18 Dots,  Hand,  To hang above the sofa,  BB a La LT by BT,  Simon,  Couple 4,  Waar is Willem , Utopisch denken. Zijn titels belangrijk voor U ?


Bas Teeken: Het plaatst een werk natuurlijk in een bepaald gebied. Meestal  - als ik begin - weet ik niet wat ik ga maken. Er is wel een begin-idee, maar het draait toch altijd anders uit. Het gaat vooral over vrijheid en het moment. Mijn titels komen vaak later. Het is een associatie die het werk optilt en in een breder perspectief plaatst. Mijn titels veranderen ook vaak. "Hand" bijvoorbeeld uit mijn erotische serie "Detail de l'entree" heette eerst " she " maar dat werkte niet vond ik. Toen ik haar "Hand" noemde ging ik ineens anders naar het werk kijken , je verlegt je focus of zo en toen viel alles op zijn plaats en was het ineens af. Terwijl welbeschouwd , laten we eerlijk zijn, een werk nooit af is natuurlijk. Als het af is, is het dood. Een af werk is ten dode opgeschreven. "Couple 4 " impliceert dat er ook een "Couple 5 " bestaat. En dat is ook zo. Die nummers laten zien dat het over series gaat.  Mijn serie " Non - existing Picasso's " bijvoorbeeld daar werk ik al 30 jaar aan. Het stopt nooit . Omdat ik er mij geen kan veroorloven maak ik ze zelf maar.  (lacht )  Die serie is begonnen toen ik als klein jongetje in het Stedelijk Museum in Amsterdam  - waar ik altijd voor de deur voetbalde omdat er zo'n brede stoep was -"Vrouw met vishoed " zag. Ik vond het intrigerend en ben er mee aan de slag gegaan. Later kom je er natuurlijk achter dat de goede man ook onbedaarlijk veel onzin heeft gemaakt, maar daar houd ik ook wel weer van. De boog kan niet altijd gespannen staan. Onzin heeft ook een soort eerlijkheid. Ik geef mijn werk soms ook bewust hele moeilijke titels om de toeschouwer op een ander spoor te zetten. De kijk richting bepalen noem ik dat. Ja, het is een vorm van manipulatie. ( lacht )   Titels zeggen ook niks. Naar goeie werken kan je - los van de titels - jaren blijven kijken, eeuwen. Het raakt nooit opgelost en verandert continu. Om te beginnen; een goed werk bevindt zich altijd in het nu en wat mij betreft zijn de beste schilderijen schilderijen die geschilderd zijn om schilderij te zijn . Werken die geen bijbedoeling hebben , geen motief. Het is dus niet omdat een werk weergaloos wordt onderbouwt met uitleg en titels, dat het daarom een goed werk is. Integendeel vaak. Een goed schilderij met een slechte titel blijft een goed schilderij. " Vrouw met vishoed " is daar wel een goed voorbeeld van. Hij had het natuurlijk ook gewoon Dora Maar kunnen noemen. ( lacht ) Maar dat verandert niks aan het werk.  En een slecht schilderij met een interessante titel blijft een slecht schilderij. Titels zijn belangrijk maar ook weer niet. Al mijn werken zijn onderdeel van hetzelfde verhaal. Mijn verhaal. En eigenlijk zegt dat genoeg.





Wie is simon ? Ik heb zelden zo'n ontroerend portret gezien ?


Bas Teeken:           Een jeugdvriend. ( steekt een sigaret op ) Hij heeft zelfmoord gepleegd. Hij was 17 jaar. Hij heeft zich eigenlijk dood gedronken. We zijn samen opgegroeid in een heel klein dorpje aan de zee.  Hij was heel getalenteerd. Hij kon alles beter dan ik. Behalve sporten misschien. Ik surf veel. Ik heb hier in Italie op het strand een oude Mistral Competition liggen, en een Lasertje.  En ping pong. Maar hij was ongelukkig - zijn vader denk ik - en had iets heel destructiefs over zich. We hebben samen nog een bandje gehad. " The Hills " als ik me niet vergis. ( hij kijkt even naar buiten ) We waren 14 denk ik. Die kon piano spelen dat wil je niet weten. Ik drumde. Later zijn we elkaar uit het oog verloren. Ik heb hem proberen te portretteren vanuit mijn herinnering. Als jonge knaap toen hij nog een kind was. Zo wil ik hem mij herinneren. Fijn dat je het mooi vindt. Het moest een beetje zo'n jongensboek portret worden. Onrealistisch eigenlijk. Toen alles nog fijn en zorgeloos was. Lekker neo-romantisch. Dat portret daar van Rainer Maria Rilke heeft ook zoiets. Die heeft het ook niet gemakkelijk gehad natuurlijk. Zijn moeder wou eigenlijk dat hij een meisje was. Zie hoe ze hem heeft toegetakeld !  Zou het dan toch zo zijn dat je om een groot dichter te worden je een ongelukkige jeugd moet hebben ? Ik geloof daar niet zo in. Maar hij weet daar nog niet zo veel natuurlijk.  Je bent nog te klein om het door te hebben.  Misschien was hij daar gewoon gelukkig.


U heeft ook een portret van uw Moeder ?


Bas Teeken:         Klopt. Ze is veel te vroeg aan kanker overleden.


De dood is alom tegenwoordig ...


Bas Teeken:         Ja. Ik heb het gemaakt toen ik een jaartje of 7 was, denk ik. Ik heb het altijd bij mij gehouden. Het is niet te koop. Het is me te dierbaar. Weet je wat raar is, soms als ik moeilijk afstand kan doen van een werk , want het blijven toch je kinderen, maak ik de vraagprijs enorm hoog in de hoop dat het minder snel verkocht wordt,  maar meestal heeft dat een averechts effect. Juist dan willen ze het hebben. Maar dit portret gaat nooit weg. Voor geen geld ter wereld. Het is natuurlijk een kinderschilderij maar daarom niet minder interessant. Ik was al heel vroeg met kwasten en verf in de weer. Knippen en plakken. Je bent toch voorbestemd . Misschien is er toch een groter plan. Wie zal het zeggen ? Dat werk betekent veel voor mij. Zeker nu ze er niet meer is. (...) Ze heeft me groot gebracht. Het was een heel mooie vrouw. Alle mannen - van beroemde politici en kunstenaars tot dokters en chirurgen - liepen achter haar aan. Maar ze is er niet meer.  (stilte )




U hebt een theater/performance achtergrond. Beïnvloedt dat je werk ?


Bas Teeken:       In het theater moet je eerst denken en dan doen en bij schilderen werkt het precies omgekeerd. Eerst doe je dan denk je dan kies je  dan elimineer je en het spelletje kan weer opnieuw beginnen. ( lacht ). Het is spelen. Nee.  Alles overlapt. De schilder of  - laat ik dat beladen woord toch maar één keer gebruiken - de kunstenaar vervult natuurlijk ook " een rol " in de samenleving. Een personage. In die zin zijn er paralellen. En je werkt voor een publiek. Je wilt communiceren. In mijn performances probeer ik er als personage " te zijn " zonder een rol te spelen en laat het publiek binnenkijken. In mij en wie weet ook in zichzelf. Ik denk dat het voor mijn schilderijen ook zo werkt. Een performance is wel veel riskanter omdat er geen vangnet is. Het is live, hier en nu, en je staat daar zelf ! Vreselijk !! ( lacht ) Voor een goede performances  maar ook voor een goed schilderij moet je altijd ergens doorheen. Eerst draai je altijd rond de pot , is er een soort wezenlijk verzet om werkelijk iets te zeggen. Een verzet tegen " wezenlijk verwoording ".  In die zin heeft het allemaal met elkaar te maken. In mijn theaterwerk heb ik al vroeg geroepen dat het vooral geen theater moest worden en als ik schilder denk ik altijd " als het maar geen schilderijtje wordt ". ( denkt na ) Ik denk dat ik daar mee bedoel dat ik wil dat het reëel is. In die zin dat een schilderij voor mij vaak niet te maken heeft met het afbeelden van de zichtbare realiteit. Een echt schilderij is een schilderij. Géén weergave van iets. Voor mij toch. Het is altijd dubbel. Alles kan eigenlijk.





hand ( oil on paper 60 cm x 96 cm 2019 )

Heeft U een specifieke werkwijze ?


Bas Teeken:       ( steekt een sigaret op ) Laat ik het zo zeggen ik ben geen probleem-oplosser. Uitpuren is niet aan mij besteed. Daar bedoel ik mee - om het een beetje op z'n Montaignes te zeggen - dat als ik bij het schilderen op een probleem stuit ik me daar niet op ga dood staren.  Het moet leuk blijven. Ik probeer het probleem één of twee keer te lijf te gaan, maar als dat niet lukt laat ik het voor wat het is. Je moet niet overdrijven, het niet moeilijker maken dan het is.  Als ik genoeg heb van een werk dan begin ik gewoon aan een ander, of pik ik de draad weer op van een werk dat al eventjes in de hoek staat. Je krijgt door jarenlang te werken natuurlijk veel ervaring. Metier. Je weet hoe verf reageert. Welke ondergrond je moet gebruiken. Dat soort dingen. Terwijl als ik het te goed weet ook de neiging heb om weer te gaan experimenteren. Het moet niet tè makkelijk gaan. Je bent als mens en ook als schilder sowieso onderdeel van een geschiedenis. Van een ketting. Als je iets maakt zijn andere je altijd voorgegaan. En dat vind ik mooi. Dat gaat over een welgemeend wederzijds respect. Daarom kopieer ik - het zijn geen kopieen meer eerder "studies a la" - zo nu en dan andere schilders. Tijdgenoten en oude meesters. Om mijn horizon te verruimen. Vooral hun manier waarop en hun gevoel met de materie zoek ik dan en daar dan mijn eigen draai aan geven.  Dat ontdekken, daar leef ik voor. En dan zien dat ik dat op mijn eigen manier ook kan. We zouden dat wat meer moeten doen, de bewondering en verwondering voor elkaar uitspreken.  Ik ben daarom ook  vereerd dat het werk van oude meesters soms op dat van mij lijkt, dat hun respect naar mij toe ook echt oprecht is. ( lacht ) Je ontdekt dan ook hoe overroepen iets soms is. De mensen zij toch snel geneigd  - en zeker tegenwoordig -  om als iets op de realiteit lijkt - een realistisch schilderij -  het fantastisch te vinden. Terwijl de schilder natuurlijk weet dat het trucjes zijn.  Tegenwoordig is de beamer natuurlijk een geliefd hulpmiddel, ik gebruik hem ook wel eens maar ik ben er geen fan van. Zo'n ding heeft een héél hoog " zo kan ik het ook gehalte " maar zo simpel is het niet. Je moet echt iets toevoegen . Het is ook heel snel allemaal niks. Maar het is leuk om te doen. Als ik me verveel of even geen inspiratie heb maak ik ook wel eens een Rinusje ! ( lacht ) Nee maar hoe je het ook draait of keert - met beamer of zonder beamer - een realistisch schilderij is niets meer dan op de goede plaats licht en donker zetten. Tonen.  Het rare is dat ik vaak realistisch begin aan een werk. Maar het zegt mij niet zoveel. Dan wil ik geen afbeelding. Een afbeelding belemmert vaak het uitzicht. De inhoud.  En dan schilder ik het weer weg. Met de kwast erover. Zoals de huisschilder die de muren verft. Willem de Kooning. Zalig. Vaak zie je het door mijn werken heen schijnen. De realiteit ( lacht ).  Het is ook kicken als het lijkt. Maar er is meer. Veel meer.  Echt.  En wat is de realiteit ? Dat is een filosofische vraag natuurlijk. De realiteit is nog nooit zo abstract geweest als vandaag als je het mij vraagt.   In die zin ben ik lekker oldschool. Je moet niet " naar " de natuur werken maar " zoals " de natuur. Vernietigen wat er is om het terug te kunnen opbouwen. Ik werk veel met oude verf. Potten met geschiedenis die ik op rommelmarkten koop of zelfs soms op het strand vind hier in de buurt. Huis tuin en keukenverf. Alkyd, Ripolin .  Die mix ik dan als een ware alchemist met verven van nu. Echte olieverf koop ik zelden. Ik heb dan altijd het idee dat er dan opeens iets moet. En daar houd ik niet van. Ik maak mijn gesso ook vaak zelf. Konijnenlijm en krijtwit. Dat zuigt lekker. Droogtijden beïnvloeden dat is ook een studio op zich. Vingerverf, acryl , ei -tempera die ik ook zelf maak, eigenlijk alles passeert de revue. Ik werk veel in lagen. Het moet gelaagd zijn. Je moet de ontstaansgeschiedenis kunnen lezen. Voor mij is een schilderij " een veld van signalen " . Het is een fascinatie voor signalen. Daarover gaat het. Die proberen te begrijpen en kijken wat ze met je doen.  Wat straalt welk signaal uit?  Dat kan zelfs gaan over een kleine vlekje verf wat toevallig ergens is terecht gekomen. En niet alleen bij schilderijen ook in het leven. Ik hou van het omgekeerde. De andere invalshoek, om dingen heen lopen. En in dat veld van signalen dat een werk uiteindelijk is  moet er altijd ergens een ingang zijn.  Een entree die je de weg naar binnen toont en je uitnodigt om op onderzoek uit te gaan. Ik ontdek zelf nog iedere dag nieuwe dingen in werken van mij die al jaren in mijn atelier staan.  Dat is toch ongelooflijk.